Compositor: Não Disponível
Geen traan in de broeiende, brandende ogen
Maar wel is een mond bars en grimmig gebogen
Wij weven de lijkwaden der maatschappij
Een driedubbele vloek in geweven erbij
Wij weven, wij weven
Een vloek naar die God met zijn potdove oren
Die nooit ons naieve gebed schijnt te horen
Vergeefs ons geduld, onze hoop op die God
Hij heeft ons belazerd, versierd en bedot
Wij weven, wij weven
Een vloek naar de koning, die vorst der gegoeden
Hem is onze ellende een zorg in gemoede
Je laatste drie stuivers afpersen als 't kon
En dan maar als slachtvee voor 't vuurpeloton
Wij weven, wij weven
Een vloek naar het vaderland, als het zo mag heten
Waar leugen en bedrog zich als schimmel in vreten
Waar iedere bloem wordt geknakt voor zijn tijd
't Is rottende drek waar worm in gedijt
Wij weven, wij weven